Powezie, qu'est-ce que c'est?
Hoe hard ik ook mijn best deed, ik vond het bijna nergens terug op de 2de nacht van de powezie. Ik hoorde het vervreemdingseffect van de vertaling, van de andere taal, van de alcohol of cannabisroes, ... maar zelden het gedicht van de creatie. Niet dat ik de geleden nacht wil vernauwen tot het genoemde, want ik maakte maar enkele, en vermoedelijk, enkele van de verkeerde optredens mee.
Wat we wel te weten kwamen:
- met dronken vrouwen kun je smijten;
- een Wosky landt steeds op haar benen;
- de sublieme Stijn Vranken is maagd ("Ik heb veel vrouwen aan mijn hoofd, helaas niet aan mijn lijf");
- JMH Berckmans ligt ongegêneerd in een deuk als hij (ge)rommel aanhoort. Waarvoor dank.
Aangezien rond twee uur niemand nog geïnteresseerd leek in poëzie, of op zijn minst afgemat of straal was, zijn albrecht en ik het maar voortijdig afgetrapt. Helaas nog net voor de performance van het JP collectief, waar ik als poging tot goeie verliezer wel nieuwsgierig naar was.
Geen test van de halve finale tekst van doemlicht.
Geen eerste gedicht van de nacht van mezelve.
Geen drankbonnetjes van de organisatie.
Geen organisatie.
Niet dat ik stenen wil werpen, maar de poëzie verdient beter dan dit, en gvd, het kán beter.
6 opmerkingen:
Nog schrijnender was de periode waarin poezie in het Poeziecentrum per kilo werd verkocht. Alsof aan het papier letterlijk en figuurlijk meer gewicht wordt toegekend dan aan de woorden zelf.
In diezelde optiek... Hoe zwaar weegt het aspect woord nog door, als het een deel van een performance wordt? Ik kan me inbeelden dat het voor jullie een manier is om te toetsen bij het publiek of zij een gewillig klankbord zijn. Ik kan me ook voorstellen dat je als schepper wil pronken met je pennenvrucht. Maar als poezieliefhebber, als ontvanger, als recipiënt, lijkt lezen me toch de meest adequate manier om het woord de eer aan te doen die haar toekomt, zonder al dat "geruis" errond? Tenzij dat geruis het woord amplificeert, tenzij het een meerwaarde biedt, tenzij... Maar kan dat echt? Want deze voorwaardelijke bijzinnen zijn voor mij tot nu toe zuiver hypothetisch. (Misschien wel omdat ik nog het meest hoe van poezie die niet expliciet als dusdanig is bedoeld?)
Naar mijn gevoel wordt het poëtische al bij voorbaat geannihileerd en onmogelijk gemaakt vanaf het moment dat iemand doelbewust de poëet uithangt en/of het poëtische rechtstreeks wil genereren, want een 'poëtisch effect' dat als zodanig bedoeld is verliest onmiddellijk ook zijn enigmatische bekoring. De illusie dat poëzie intentioneel afdwingbaar zou zijn via woorden verkracht naar ik meen de ontsluiting ervan in zijn meest beeldende kracht, in de vaak onopgemerkte en raadselachtige poriën van het alledaagse leven - in evocatieve sferen die doorgaans verre van talig zijn.
Heeft poëzie niet vooral te maken met in de eerste plaats bepaalde verbanden (of dat nu analogieën zijn, synesthesieën, vormelijke overeenkomsten, klanknabootsingen, tastbare neerslagen van gevoelens) te onderkennen. En dan - in de tweede plaats - een soort abstracter, talig web over dat aards, tellurisch verband te spannen?
Die definitie van Jakobson moet ik blijkbaar al lang vergeten zijn, want die slaat m.i. nergens op. Het klinkt alsof een dichter sequenties (quasi-)synoniemen zou moeten neerpennen of zo.
In de commentaar van Boudraille kan ik me echter wel heel goed vinden. Misschien hangt dat onderscheid ook wel een beetje samen met het verschil tussen kunst en schoonheid. Poëtisch bedoelde poëzie is misschien wel kunst, maar geen pure schoonheid.
Verbanden lijken me in zekere zin wel een relevante instap; ook ik zie het poëtische in relatie tot een soort verschijnen en ervaren van SAMENHANG.
Voor mij is het poëtische: de onverwachte emergentie van het numineuze in het alledaagse - van het sublieme in het gewone-, waardoor een esthetische evocatie van (vibrerende) samenhang ontstaat. Deze emergentie gaat in mijn optiek gepaard met een gevoel/besef van transcendentie waarbij de existentiële homeostase van het subject/individu correspondeert met het equilibrium van een ongrijpbaar groter geheel dat verschijnt als mystiek.
Het is bloedmooi, natuurlijk, maar ik vind niet dat dit een voorbeeld is van "tekens aanbrengen over de wereld". Je speelt met vormen/betekenaars waaruit nieuwe vormen/betekenaars voortspruiten, eventueel via de tussenstap van hun inhoud/ hun betekenis. Doch die louter secundair.
Wat gebeurt er als je werkelijk vetrekt vanuit een inhoud, om die daarna vorm te geven? Is dat nog poëzie? Bernard Dewulf bijvoorbeeld, in zijn columns in de Morgen, vangt de realiteit in een zacht en beeldrijk talig net met af en toe sublieme parels als resultaat. Maar is dat poëzie? Waarschijnlijk niet, gezien het als column wordt bestempeld. En toch raakt het me 10x meer dan een spel met de taal waar de vorm heer en meester over inhoud is.
Tja, deze nacht van de poëzie was een allegaartje, product van de firma Stoemelings NV. De inzet van enkelen die er ter elfde ure bij betrokken en getrokken werden, vermocht niet de chaos recht te trekken. Dat je daarvoor van zover bent gekomen. Een eerdere poging om van de nacht een betere productie te maken, is gestrand op egotripperig zand.
Een reactie posten