13 mei 2007

Flarf of faldera?

Er wordt vandaag wat afgeschreven rond het fenomeen flarf, een avant-garde anti-poëzie beweging, waarvan het wiel rond het einde van de 20ste eeuw tot rollen kwam. (Flarf is een IJslandse term voor wiel). Het ontstond toen de Amerikaanse dichter Gary Sullivan een opzettelijk slecht gedicht "Mm-hmm" postte op Poetry.com, een site waar iedereen gedichten kan publiceren tegen betaling.

Vanuit de vele reacties die volgden ontstond de poëtica, die zowat op het volgende neerkomt: bestudeerde gedichten-amoebes waarvan inhoud, vorm, spelling en gedachten in het algemeen, geleend worden vanuit internet chat-rooms, spam scripts, google...

Het valt ons op dat deze beweging op quasi hetzelfde moment tot stand kwam als het falderalderisme dat Jan Wijffels via het venijnig gebroed het Nederlandse taalgebied binnenbracht. Zoals flarf maakt ook het falderalderisme van het uitgebreide neurale netwerk van het internet gebruik (ook wij googlen graag). Het verhoogt het aleatoire karakter van de pöëzie en tapt van een grotere contextuele "ruimte" dan de omgevingsruimte, die sowieso al beïnvloedt is door herinneringen, gesprekken, televisie, radio, boeken, ...

Een poëzie van vandaag kan niet anders dan het globale dorp dat de wereld is te omzwachtelen als het world wide web. De toevallige hyperlinks die vanuit google vertrekken naar onbestemde oorden en gedachten, zijn niets anders dan de knooppunten waarmee poëzie gebreid wordt. Deze analogie tussen het creatieve dichterlijke proces (het bricoleren, het combineren) en de gehyperlinkte werkelijkheid van het net, zorgt voor een wereldwijde nieuwe poëzie, waarvan we al de eerste uitwassen zien.

We mogen het alleen niet al te snel gaan labelen. We zien het niet graag verdwijnen in een pot formol, als een doodgeboren kind. De term flarf of wiel is een goede term. We willen er geen spaken tussen. Ook falderalderisme is een goede term. We flierefluiten met categorieën als vrijbuiters.

11 opmerkingen:

schaufestspiele zei

yep, ik vond dat stuk op http://decontrabas.typepad.com/de_contrabas/2007/04/flarf_in_nederl.html
wel interessant om te lezen.

Denis Vercruysse zei

Yeah,

het plaatst het een en ander in een toevallig daglicht. Hoewel er nu pas van Nederlandstalige zijde reactie losgeweekt begint te worden, zijn we er al een tijdlang mee bezig... allé, jij dan.

Go go go,

Denis V.

Hannes Couvreur zei

wat flarf nu is, was lucebert toen. alleen had die geen hyperlinks.

hé, wat is het wezenlijke verschil tussen literaire intertekstualiteit en alle vormen van intertekstualiteit waarbij je de werkelijkheid letterlijk citeert, aka je teksten lardeert met objets trouvés? of is dat weer een tautologie om te zeggen dat je een gedicht schrijft?

ik krijg er een punthoofd van. als er maar niemand een witte kap over zet, anders ben ik gejost.

ps: zoek 200 manieren om hetzelfde te zeggen. vind literatuur. net op het moment dat je iets anders zoekt.

greenz,

arne.

Denis Vercruysse zei

Arne,

Thomas Carlyle schreef al in zijn essay Signs of the time uit 1829 het volgende: "Not the external and physical alone is now managed by machinery, but the internal and spiritual also." Hij kondigde als het ware de tijd van de machine aan, waarbij de invloed van de industrialisering cultuur, kunst en het denken in het algemeen onherroepelijk zou beïnvloeden. Bepaalde concepten hadden al voorlopers, maar ze vonden sneller hun ingang bij een grotere groep mensen. Denk aan het concept van gelijktijdigheid (wat je al ziet bij de Griekse Hermes)maar dan in volle kracht ziet opduiken nadat de draadloze telegraaf van Marinetti de ruimte quasi ogenblikkelijk overspant.
Hetzelfde geld voor ons tijdperk van de computer, waarin het internet grenzen overspant, ideeën razendsnel laat circuleren en becommentariëren. De intertekst is zonder twijfel verandert. Met flarf worden quasi willekeurige zoektermen via google gerecupereerd en poëtisch gerangschikt, wat de inhoud natuurlijk schatplichtig maakt aan de structuren die aan de google zoekmachine ten grondslag liggen. Akkoord, het gaat hier om objets trouvés, maar gemuteerd door het medium dat het internet aanbiedt.

Non?

schaufestspiele zei

wat is je punt eigenlijk?

Denis Vercruysse zei

Het hoofd van Arne.

Hannes Couvreur zei

<:-)

marc tiefenthal zei

Evenmin als Lucebert heb ik op het internet en het wereldwijde web gewacht om in poëzie wereldomvattende en dorpuitvegende beweging te brengen. Dat daar nu een termpje voor gevonden wordt betekent niet dat het voordien niet bestond. Het betekent ook geenszins dat de poëzie aan de basis lag van het www als wel dat de poëzie daar al lang was. Voel je dit als een uitdaging? Ga effe bloggen op 'tieftalen' en vandaar uit naar 'profonde lalangue'. Vind je het iets? Vind je het?
Er zijn dichters van de kudde en er zijn er van de kunde. Het gebroed weet goed wat het doet en doet dat zennig goed. Veel van wat jullie beweegt zit al jaren achter me aan. Van gebroed naar broeder...?

Het venijnig gebroed zei

Op "profonde lalangue" zie ik idd de aandacht voor het frivole en ook het internet wordt gerecupereerd als context, maar ik zou hier niet spreken van anti-poëzie, maar eerder van een bevestiging (niet noodzakelijk pejoratief!).

De tekst die Jan Wijffels voordroeg tijdens de infame West-Vlaamse gedichtenslam was echte onversneden flarf (of faldera). Verschillende categorieën van taalgebruik die bijna preuts uit de poëzie geweerd worden, die hetzij seksueel of bijna militant rechts getint waren, werden door hem in een poëtische (con)text en soms zelfs lijnrecht in het psychoanalytische en poststructureel discours gezet. Lekker verwarrend allemaal.

Als ik het me goed herinner heb je daar furieus tegen gereageerd op je weblog.

Volgens mij is er een zeer grote openheid nodig (die ik - toegegeven, Jan - ook al een aantal keren ontbrak) om echt in dit nieuwe tijdperk van instant informatie aan de slag te gaan. Zoals Jan het ooit eens zeer mooi omschreef: "de geschiedenis is de renaissance van de menselijke onzin".

schaufestspiele zei

Ik schrijf kringloopwinkel werk. Geen poststructurele brol. En zekers geen Lacan (behalve dan zijn tekeningetjes die vind ik wel tof).

Ik vind alle poëten dwaas. En de enige reden waarom ik andermans teksten lees is Popper en zijn falsificeerbaarheidsprincipe. Zover reikt mijn openheid.

Het venijnig gebroed zei

Malchoet steeg tot Emanator :0°