iets over verdraagzaamheid, het is er de dag voor
negers kan ik verdragen,
zelfs al proberen ze me voor één of ander Congolees goed doel groene bananen te verkopen die je eerst moet bakken: bakbananen
vette wijven kan ik verdragen,
al komt er uit hun bek geen andere praat dan waarom ze zich zo goed voelen in hun vel en hangt er tegelijkertijd op hunne blouse meer dan éénmaaltijdswaard in kruimels, vlekken en restanten.
maagring-loeders kan ik verdragen,
al zitten ze bij mij in ’t restaurant aan tafel en excuseren ze zich overvloedig wanneer bij elke hap, bij! elke! hap!, de reflux van zich horen laat.
joden kan ik verdragen,
zelfs al lopen ze met zwarte jas en hoed, bebaard en ook met krulletjes net iets te veel buiten zichzelf over de dijk in blankenberge, verwonderd over ’t fenomeen tien-om-te-zien.
indiërs kan ik verdragen,
al verkopen ze in hun nachtwinkels dezelfde dozen fruitsap als in den Aldi maar dan voor een vijfvoud van de prijs.
skin-heads kan ik goed verdragen,
al is hun pogo-dans zo wild, dat z’ongewild hun eigen vrienden met de elleboog het ziekenhuis in jagen.
ik kan veel verdragen,
bijvoorbeeld ook die rolstoelmensen,
al willen ze blijkbaar niet geloven dat net die rolstoel zeggen wil: nevermore to walk again.
kaloten kan ik ook verdragen,
al is de main issue vandaag de dag niet langer ’t wel of niet der transsubstantiatie maar het kiezen van de juiste kleren voor de plechtige communie
skaters kan ik verdragen,
zelfs al vraagt zo’n veertienjarig hummeltje een vuurtje om z’n joint te lighten.
rappers kan ik verdragen,
en beter nog in hun videoclips de shakin’ schone konten waar soms nog een vrouw aan hangt.
adoptiekinderen kan ik verdragen,
al willen ze allemaal op achttien jaar op zoek gaan naar hun roots, met name naar die schele tante in de krottenbuurten bij taipei
flikkers en jeannetten kan ik verdragen,
al neuken ze meer mensen dan ze kennen.
schoonmoeders,
al heb ik er maar één, (één uit duizend, ’t zij gezegd)
Al Gore kan ik verdragen,
al is het omdat ‘k zijn kijvend vingertje niet heb gezien.
pedofielen kan ik ook verdragen,
‘k ben toch al oud genoeg.
humo-lezers kan ik verdragen,
al weten ze niet meer dan in hun boekje staat.
kandidaten van idool 2007 kan ik verdragen,
al heb ik ooit gesms’t en vloog die kerel toch naar huis, pertangs het was de beste zanger van de hele hoop.
vegetariërs kan ik verdragen,
al is geen enkel van hun vleesvervangers geschikt voor op de barbecue, en eten ze te mijnent in voorgenoemd geval dus liefst wat vis en papillotte
muggen kan ik verdragen,
al zoemen ze je de ganse nacht wakker, en zijn ze in een vingerknip onzichtbaar als je ’t licht aansteekt (weet je waar ze dan zitten, in het garreke tussen de muur en het hoofdeind van je bed, net daar waar je ze niet dood kan meppen)
medioren kan ik verdragen,
al hebben ze het internet ontdekt en vullen ze elke guestbook met hun ongeschoold maar door ervaring wijs geworden leuterpraat.
senioren kan ik verdragen,
al hebben ze een gsm waarvan ze niet weten hoe die werkt en bellen ze constant naar het verkeerd geprogrammeerde nummer (’t mijne dus, en niet dat van uw zoon mevrouw vertongen, vraag de rudy dus dat hij dat eindelijk eens arrangeert)
goedebedoelde normen/waarden rukkers kan ik verdragen,
ze doen toch zo hun best en al is het reine onzin de pap die aan hun brein ontspruit de mensen buyen het als je het goed verpakt.
leerkrachten kan ik verdragen,
al spellen ze je op café ook steeds de les: vandaag les 3, het docudrama dat gisteren te zien was op canvas, na die detective reeks.
hoeren kan ik verdragen,
al vragen ze er geld voor.
malinese babysits kan ik verdragen,
al weet ik niet wat ze bedoelen als ze koelie-koelie zeggen
folk-liefhebbers kan ik verdragen,
al kwam ik laatst op zo een boombal en kostt’ een pint er meer dan hun ganse garderobe, om maar te zwijgen over ’t feit dat ze niet eens een fijne single malt verkochten
kuisvrouwen kan ik verdragen,
al willen ze hun eigen televisie-show.
ik kan zoveel verdragen, ict-ers, jonge vaders, zwang’re vrouwen, workshopvolgers, schepenen van toerisme of cultuur, fanatieke voetbalhooligans, fitnesstrainers, mensen van ’t chinese restaurant, dichteressen, …
doe maar op, zend ze naar mij
en dank me
morgen maar uitvoerig
dat jij het voor één avond rustig had
1 opmerking:
gaat ge ook bij mensen langs of moeten die echt opgestuurd worden?
Een reactie posten